Abu Umaamah al-Baahili (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: Ik hoorde de Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) zeggen: “Lees de Qur’aan, want het zal komen op de Dag der Opstanding en bemiddelen voor zijn metgezellen…” (Overgeleverd door Muslim, 804)

Deze h’adieth is een indicatie van de deugd van het lezen van de Qur’aan , en de grote beloning die het met zich meebrengt, en vertelt ons dat het zal bemiddelen voor zijn metgezellen op de Dag der Opstanding zodat zij het Paradijs kunnen binnengaan.

Al-Nawaas ibn Sam’aan (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: Ik hoorde de Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) zeggen: – degenen die vroeger handelden in overeenstemming hiermee – voorafgegaan door Soerat al-Baqarah en Aal ‘Imraan.” De Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) vergeleek ze met drie dingen, die ik later niet vergat. Hij (de Profeet) vergeleek ze met twee wolken of twee zwarte baldakijnen met licht ertussen, of als twee zwermen vogels die in rijen smeekten om degene die ze reciteerde.” (Overgeleverd door Muslim, 805)

‘Abd-Allaah ibn ‘Amr heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) zei: “Vasten en de Qur’aan zullen bemiddelen voor een persoon op de Dag der Opstanding. Vasten zal zeggen: ‘O Heer, ik heb hem gedurende de dag voedsel en verlangens onthouden, dus laat me voor hem bemiddelen.’ En de Qur’aan zal zeggen: ‘Ik heb hem van slaap beroofd tijdens de nacht, dus laat me voor hem bemiddelen.’ Ze mogen dus allebei tussenbeide komen.” (Overgeleverd door Ahmad, 6589)

De vastende persoon dient veel Qur’aan te reciteren tijdens deze gezegende dagen en nachten, want het lezen van Qur’aan tijdens de Ramadan is specialer dan in andere maanden.

Hij dient het meeste uit zijn tijd te halen in de gezegende maand waarin Allah de Qur’aan heeft geopenbaard.

Het lezen van de Qur’aan in de nachten van de Ramadan is iets speciaals, want de nacht is vrij van afleidingen en het is gemakkelijker om de geest te concentreren, dus een persoon kan zich concentreren op wat hij aan het lezen is en proberen het te begrijpen. En Allah is Degene Wiens hulp wij zoeken.

Het is bewezen dat Djibriel (vrede zij met hem) de Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) elke nacht in de Ramadan ontmoette en de Qur’aan met hem bestudeerde. Als dhikr superieur zou zijn aan de Qur’aan of er gelijk aan zou zijn, dan zouden ze de hele tijd of een deel van de tijd dhikr hebben gereciteerd tijdens hun frequente bijeenkomsten. Deze hadieth laat ons zien dat het mustahabb is om de Qur’aan in de Ramadan te bestuderen en daarvoor bijeen te komen, en om te oefenen met het reciteren van de Qur’aan in het bijzijn van iemand die er meer kennis van heeft.

De rechtschapen salaf van deze ummah reciteerden veel uit de Qur’aan tijdens de Ramadan . Als ze vastten, zaten ze in de moskeeën en zeiden: “Laten we ons vasten bewaken en over niemand roddelen.” Ze reciteerden de Qur’aan in het gebed en op andere momenten.

‘Uthmaan (moge Allah tevreden met hem zijn) las de hele Qur’aan één keer per dag.

Sommige van de salaf voltooiden het elke drie nachten door qiyaam te bidden.

Sommigen van hen voltooiden het om de zeven nachten, en sommigen om de tien.

In de Ramadan voltooide al-Shaafa’i het zestig keer op andere tijden dan tijdens het gebed.

Al-Aswad las tijdens de Ramadan elke twee nachten  de hele Koran .

Qutaadah voltooide de Qur’aan de hele tijd om de zeven dagen, en in de Ramadan om de drie dagen, en in de laatste tien dagen elke nacht.

Deze verslagen over de salaf zijn welbekend.

Al-Haafiz Ibn Rajab (moge Allah hem genadig zijn) zei:

“Er is overgeleverd dat het niet is toegestaan ​​om de Qur’aan in minder dan drie dagen te lezen als een gewoonte, maar in tijden van deugd, zoals de maand Ramadan – vooral tijdens de nachten waarin Laylat al-Qadr wordt gezocht, of op deugdzame plaatsen zoals Mekka voor niet-ingezetenen die daarheen gaan, is het mustahabb om de Qur’aan veel te lezen, om het beste te halen uit de deugdzaamheid van die tijd of plaats. Dit is de mening van Ahmad, Ishaaq en andere imams, en dit wordt aangegeven door de acties van anderen zoals hierboven vermeld.

Degene die de Qur’aan leest, moet de juiste etiquette in acht nemen, inclusief het hebben van een oprechte intentie jegens Allah.

Hij moet lezen in een staat van reinheid (dwz met wudoo’)

Hij zou miswaak moeten gebruiken.

Hij moet nadenken over wat hij aan het lezen is en zich niet haasten, hij moet liever in een afgemeten tempo lezen en zich concentreren op de betekenissen, omdat dit de lezer helpt de letters correct uit te spreken en de betekenissen te overdenken, en zich met de juiste nederigheid te concentreren. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“(Dit is) een Boek (de Qur’aan) dat Wij u hebben neergezonden, vol zegeningen, opdat zij de verzen ervan mogen overpeinzen, en opdat mannen met begrip zich zullen herinneren.” [Saad 38:29]

De etiquette van lezen houdt in dat je niet afbreekt om met iemand te praten. Veel mensen zitten met anderen naast zich te lezen en pauzeren vaak om met hun buurman te praten. Dit is niet gepast omdat het zich onnodig afkeert van lezen.”

Degene die leest dient te handelen in overeenstemming met de Qur’aan, als halaal te beschouwen wat het toestaat en als haraam wat het verbiedt, zodat de Qur’aan voor hem zal getuigen op de Dag der Opstanding en voor hem zal bemiddelen het paradijs binnengaan.

En Allah weet het het beste.

Bron: Ahkaam al-Siyaam door al-Fawzaan, p. 63.